maandag 6 oktober 2025

Rouwbijeenkomst

Datum: 
 maandag 6 oktober 2025
Tijdstip: 
 13.15
Locatie: 
 Regenboog

Rouwbijeenkomst dhr. J. Admiraal.

Er is gelegenheid tot condoleren voor aanvang van de rouwdienst
van 12.30 tot 13.00 uur, in de Regenboog.

De rouwdienst, zal gehouden worden D.V. maandag 6 oktober om 13.15 uur
in de Regenboog, Regenboogstraat 2 te Hasselt.
Klik hier  om de dienst te volgen. 


 

Liturgie voor de rouwdienst 
voorafgaand aan de begrafenis van 

Johan Lubbertus Admiraal
-Johan-
 
Geboren: 29 december 1946
Overleden: 1 oktober 2025
  
Op maandag 6 oktober 2025 in Gebouw “De Regenboog” 
Regenboogstraat 2  te Hasselt.
  
Voorganger: dhr. J.H. Rozendal
Organist: dhr. J. van der Kamp

 

Orgelspel
 
Stil Gebed
 
Votum 
 
Voorlezen van de rouwkaart

 

Zingen Psalm 84: 1 en 6

 
1. Hoe lief'lijk, hoe vol heilgenot,
O HEER, der legerscharen God,
Zijn mij Uw huis en tempelzangen!
Hoe branden mijn genegenheên,
Om 's HEEREN voorhof in te treên!
Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen;
Mijn hart roept uit tot God, Die leeft,
En aan mijn ziel het leven geeft.
 
6. Want God, de HEER, zo goed, zo mild,
Is t' allen tijd een zon en schild;
Hij zal genaad' en ere geven;
Hij zal hun 't goede niet in nood
Onthouden, zelfs niet in de dood,
Die in oprechtheid voor Hem leven.
Welzalig, HEER, die op U bouwt,
En zich geheel aan U vertrouwt.
 

Gebed

 

Schriftlezing Psalm 42

 
Verlangen naar God
1.Voor de koorleider, een onderwijzing van de zonen van Korach.
2.Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!
3.Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God. Wanneer zal ik binnengaan om voor Gods aangezicht te verschijnen?
4.Mijn tranen zijn mij tot voedsel, dag en nacht, omdat zij de hele dag tegen mij zeggen: Waar is uw God?
5.Hieraan denk ik en ik stort mijn ziel in mij uit: hoe ik meeging in de stoet [en] met hen optrok naar Gods huis, onder luide vreugdezang en lof[liederen]: een feestvierende menigte.
6.Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht.
7.Mijn God, mijn ziel buigt zich neer in mij, daarom denk ik aan U vanuit het land van de Jordaan en het Hermongebergte, vanuit het laaggebergte.
8.Watervloed roept tot watervloed, terwijl Uw waterkolken bruisen; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heen gegaan.
9 [Maar] de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden; ‘s nachts zal Zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God van mijn leven.
10 Ik zeg tegen God: Mijn rots, waarom vergeet U mij? Waarom ga ik in het zwart gehuld, door de onderdrukking van de vijand?
11.Met een doodsteek in mijn beenderen honen mijn tegenstanders mij, omdat zij de hele dag tegen mij zeggen: Waar is uw God?
12.Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
 

Zingen Wat de Toekomst brengen moge

 
1. Wat de toekomst brengen moge,
mij geleidt des Heeren hand;
moedig sla ik dus de ogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat U doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig kalme moed!
 
2.Heer', ik wil Uw liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft geloven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij Uw wegen duister,
zie, ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al Uw luister,
als ik in Uw hemel kom!
 

Overdenking 

 

Zingen Psalm 42: 1 en 5

 
1 ‘t Hijgend hert, der jacht ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar 't genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER;
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naad'ren voor Uw ogen,
In Uw huis Uw naam verhogen?
 
5 Maar de HEER zal uitkomst geven,
Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt;
'k Zal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied;
'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog' treffen,
Tot den God mijns levens heffen.
 

Dankgebed

 

Zingen Nader mijn God bij U

 
1 Nader, mijn God, bij U, zij steeds mijn beê;
Zij al het pad soms ruw, gaat Gij maar meê,
Dan kent mijn ziele rust; mij van Uw trouw bewust,
Wacht ik aan blijder kust Uw sabbatsrust.
 
3 Wanneer voor mijn gezicht de ladder rijst,
Die naar U, bron van licht, mijn ziele wijst,
’k Zie dan in ’t bangs gevaar Uw heil’ge eng’lenschaar,
Die U, Alzegenaar, als dienaars prijst.

 
5 En wenkt Uw eng’lenstoet eens opwaarts mij,
In ’s hemels zonnegloed, verjongd en vrij;
’k Juich dan op hoger toon bij ’t naad’ren van uw troon,
’k Ben eeuwig nu Uw Zoon en U nabij!”
 

Zegenbede
 
Dankwoord
 
Mededelingen door de begrafenisverzorger
 

Orgelspel

terug
 


×